top of page
Zoeken
ronaldboom

Het Bevolken van een Figuurvlak

Volgens het werk van Neo Rauch en Markus Oehlen

Een proza van verschillende benaderingen en strategieën

Door Ronald Boom

Als kijken gelijk is aan denken, dan is schilderen en het observeren van een schilderij gelijk aan denken in beelden (Willems 2018). Een schilderij is een vlak dat ruimte biedt voor onconventionele gedachten die niet noodzakelijk in woorden kunnen worden uitgedrukt (Lyotard 2011). Dus, wanneer gezegd wordt dat 'het postmoderne' niet in één oogopslag kan worden overzien (Habermas 1989), moet het een vlak zijn dat veel verschillende gedachten herbergt. Dit is niet vreemd als alles mogelijk is, zoals het geloof van de postmodernisten dicteert. Kunst is verschoven van reductie naar aggregatie, van enkelvoudig naar heterogeen en van autonoom naar differentiatie (Willems 2018).


Centraal in dit essay staat het werk van twee Duitse schilders: Markus Oehlen (1956), een Neue Wilde, en Neo Rauch (1960) van de New Leipzig School. Hoewel ze beide schilderijen van een multifocale en surrealistische aard creëren, hanteren ze beide een totaal andere benadering. Door het werk van beide kunstenaars in verband te brengen met schilderkunstige vraagstukken die te maken hebben met (niet-)figuratie, visuele talen en betekenis die wordt afgeleid binnen een 'figurale polyfonie', hoop ik tot een beter begrip te komen van deze benaderingen (/manieren van denken) bij het bevolken van een figuurvlak.


Neo Rauch

In het werk van Neo Rauch "lijken veel dingen bekend, maar ze worden getoond in nieuwe, onlogische verbanden. Vreemde schaalverspringingen en perspectiefveranderingen gebeuren op willekeurige wijze." In het essay "Om de wereld opnieuw te betoveren" (2018) beschrijft Domonique van den Boogerd de mensen en dieren die het onbegrijpelijke universum van Neo Rauch bewonen als "hybriden die lijken te komen uit een schilderij van Hieronymus Bosch."



Späte Heimkehr door Neo Rauch, 2013, olie op canvas

In "Späte Heimkehr" zien we een paar van zulke hybriden (en andere bewoners): een blauwe vogel(man) met een paarse staart en een felroze borst houdt zich schuil op een uitstekende rots. Aan zijn zijden knielen twee mannen(vogels) terwijl ze hun handen opheffen in gebed.


"Veel van de schilderijen hebben een gevoel van naderend onheil, maar waarvan, dat leren we nooit", schrijft Van den Boogerd terwijl hij wellicht naar de smeulende wereld kijkt waar de vrouw laat thuiskomt in haar heldere schort en rode all-stars. De dame lijkt boven de grond te zweven, heilig, met een neonroze gans in haar armen. Soorten, mythen (religie), geslacht en rollen worden actief vermengd in dit tableau vivant.


Van den Boogerd merkt op dat "In zowel Rauch's schilderijen als in Grimm's sprookjes zien we dingen die de verbeelding tarten. Rauch's schilderijen zijn zo onsamenhangend als hoe we onze dromen ervaren. ('Schilderen is een voortzetting van een droom met andere middelen', zo wordt Rauch geciteerd.) Maar ondanks de onlogica (zoals de verbeelding doet) betekent dit niet dat het werk zonder betekenis is. Zinloos maar niet betekenisloos. Zoals sprookjes brengen ze verborgen drijfveren aan het licht, zoals angst, concurrentie en lotsbestemming."



Der Lehrling door Neo Rauch, 2015, olie op canvas, 300 x 250 cm

In "Der Lehrling" zijn twee verschillende werelden zo moeiteloos met elkaar verweven dat we het al snel als geheel accepteren. Maar terwijl we op zoek zijn naar iets om aan vast te houden, worden we ook voortdurend ontworteld. Het is deze onrust die dit werk zo intrigerend maakt.


"De schilderijen van Neo Rauch lijken ontspoorde kostuumdrama's met personages uit verschillende tijdperken te zijn," zegt Van den Boogerd. Deze anachronistische eigenschap is te zien in "Der Lehrling".


We zien een (dorps) dame nonchalant op een plastic stoel zitten terwijl een andere (dorps) man iets aanwijst op een kaart. Ze lijken allebei de vreemd geklede mannen in hun strakke, turquoise, volledige Zentai-pakken en felroze cheerleader-pompons niet op te merken. Deze paradijsvogels (die de helft van het schilderij domineren) zien eruit alsof ze rechtstreeks uit een onbekende carnavaleske toekomst kunnen zijn gehaald.


In "Der Lehrling" wordt het figuurvlak gedeeld tussen twee tegenstrijdige partijen die niet echt met elkaar verbonden zijn: de ogenschijnlijk normale, onverschillige bewoners die bij de landelijke dorpsomgeving horen, en de andere, vreemde en verschillende (maar homogene) groene mannen die onenigheid brengen. Door deze twee kanten zo dubbelzinnig bij elkaar te plaatsen, wordt het werk (hoewel het als anachronistisch kan worden beschouwd) ook gevoelig voor onderwerpen als hoe om te gaan met andersheid?


Op het eerste gezicht is het zo duidelijk dat we ons niet afvragen wie er niet op zijn plaats is in dit overwegend witte en Duitse (?) dorp. Pas nadat we details hebben waargenomen, zoals de gele verfblikken die van achteren worden binnengebracht en het huis aan de linkerkant, beginnen we ons af te vragen wie daar hoort en wie niet.



Markus Oehlen

Voor Oehlen's werken wordt de toeschouwer geconfronteerd met een duidelijke verwijzing naar de Op Art-stijl. Het schilderij speelt trucjes met ons bewustzijn - het bootst de hybride taal van de collage na in de vele verflagen en sterke kleurcomposities. Pop- en surrealistische elementen worden gecombineerd en over elkaar heen gelegd in een complex netwerk, waarbij het gebruik van stabiliserende roosters en een vrij gebruik van zachte kleuren en 3D-effecten licht, diepte en ritme communiceren. (Asbæk)


Zonder titel door Markus Oehlen, 2013, Acryl op canvas, 280 x 450 cm

In dit werk zien we verschillende dynamieken aan het werk: een rode bal zweeft naast een zilveren schijf waarop vier roze stippen een gezicht suggereren. Kijkt het emoticon-gezicht naar de bal? Of is het het gezicht van de bal dat weerspiegeld wordt in de schijf? Het ingewikkelde blauw/rode Op Art-patroon aan de rechterkant verhult onder andere een naakte mens en een groene cactus. Het dicht bezaaide computermotief tilt de (ongehinderde) rode bal van het doek en duwt een toeschouwer naar buiten, 'naar buiten' naar het melkachtige linkerdeel.


Aan de linkerkant zien we een venster naar een lege wereld, bewoond door de indruk van een meisje. Een wit paard galoppeert doelloos door de lucht. Rondom het vlak en boven op de rode bal liggen voorwerpen en stoffen verspreid in vreemde wervelingen, bouten, rotsen, struiken, een gescande rugzak, blikken en sleutelhangers. Inhoud wordt opnieuw gerangschikt in figuratieve en abstracte niveaus, en dit remedieert een bepaalde spanning die de geest gevangen houdt.


"Een foto is een afbeelding van de werkelijkheid; een schilderij is dat niet; het is een realiteit op zich," zoals Robert Zandvliet (een Nederlandse schilder) stelt in 'kunst is lang' (Heezen 2016). "Mensen zijn contextgeoriënteerd, wat hen doet vergeten hoe ze moeten zien. Observeren op korte afstand is eenvoudig: wat zie je, zonder te beschrijven wat het is."


Is het mogelijk om te kijken zonder deze figuratieve objecten te kennen of te identificeren? Doet de voorgeprogrammeerde geest dit? Een gezicht zien in vier stippen (pareidolie) of een collage omzetten in een persoonlijk groot metanarratief dat onmiddellijke betekenis mist en daarom het bestaan van wat aan het zicht wordt gepresenteerd niet kan rechtvaardigen? De effecten die de waarnemer verontrusten, contrasteren met het gevoel van herkenning in wat aan de ogen wordt getoond. Het werk van Markus Oehlen is moeilijk visueel te interpreteren en in duidelijk gedefinieerde hokjes te plaatsen, maar juist dat maakt het werk zo boeiend.


In this work we see different dynamics at play: A red ball floats next to a silver disk on which four pink dots suggest a face. Is the emoticon face looking at the ball? Or is it the face of the ball reflected in the disk? The intricate blue/red Op Art style pattern on the right veils (a.o) a naked human and a green cactus. The densely rendered computer pattern lifts the (unaffected) red ball from the canvas and pushes a viewer out, ‘outside’ to the milky left.

Zonder titel door Markus Oehlen, 2014, acrylic op canvas, 280 x 450 cm

Stel je voor dat je 's nachts wordt verblind door de koplampen van een naderend voertuig op een donkere bospad. Voordat de auto passeert, wordt het bos kort verlicht. Pas daarna, wanneer je hart tot rust komt en je ogen weer aanpassen aan normale kleuren, zweven er vreemde stippen in je gezichtsveld als vreemde wezens in het bos. Dit herinnert je aan alle keren dat je dacht iets te zien, maar toen je omkeek, was er niets.


Deze onwerkelijke ruimte, de periferie van je ogen, waar de buitenaardse wezens zich verstoppen die 's nachts komen om ons te onderzoeken. Deze ruimte wordt getoond in het schilderij hierboven. Maar hier zijn de 'buitenaardse wezens' gevangen en kunnen ze door ons worden waargenomen nadat de ogen zijn aangepast aan de normale toestand.


Ritme en beweging worden in een schilderij gecreëerd door bewoners zo te plaatsen in een compositie met (indirecte) lijnen, kleuren en massa's dat de ogen over het vlak gaan dwalen (visueel lezen of denken). Dit visuele vrije spel nodigt een waarnemer uit om te blijven hangen. In dit werk van Markus Oehlen is het brandpunt zo gemakkelijk te vinden dat de toeschouwer wordt verleid om 'het schilderij een keer rond te gaan' voordat hij of zij denkt 'het te hebben begrepen'. Hierdoor loopt het werk bijna het risico om zelf als lui te worden bestempeld. Maar in tegenstelling tot de snelle auto op de donkere bospad, kunnen we terugkeren en de tijd nemen om het volledig te overwegen en de geest opnieuw aan te passen om de stippen te accepteren die in de periferie van onze geest zweven.



Werk door Markus Oehlen - onbekende titel en afmeting


Terwijl ik op zoek was naar de titel van dit (voor mij nog steeds onbekende) schilderij van Markus Oehlen, slaagde het omgekeerde beeldzoekalgoritme van Google er alleen in om variaties van tekeningen van kinderen van cartoonpuppy's op vuil schriftjes papier tevoorschijn te brengen.


Sommige 'schilderijen' van Markus Oehlen zijn inderdaad (grote) tekeningen. Deze balanceert scherp in het midden. In dit werk brengt het tekenen een soort zorgvuldige topologische verkenning van een landschap naar voren. De lijnen smelten samen in een dichtbevolkt gebied dat een schouder of een hoofd van een farao zou kunnen zijn. Het hiëroglifische figuur zit boven op de bekende stoffen die in vreemde wervelingen op de grond zijn verspreid. Het geheel van twee verschillende talen (schilderen en tekenen) is op één vlak verenigd. Of als je nog dichterbij kijkt, lijkt het misschien zelfs alsof er een dunne laag over het (onder)schilderij is getrokken. Een laken of een verflaag? Het is in het verschil dat deze twee talen hun eigen polyfonie kunnen vormen. Ze verenigen zich niet, ze blijven trouw aan zichzelf.



Over het figuurvlak

Voorbij rijden om van A naar B te gaan (het gebruiken van middelen om een doel te bereiken) reduceert het onlogische, incorrecte en abnormale tot een ongeïnvesteerd voorbijgaan. De reis in een schilderij is het tegenovergestelde. Hoe visuele gedachten zijn georganiseerd, weten we niet precies, maar het is moeilijk in taal uit te drukken. Daarom is de betekenis van een schilderij gebaseerd op de observatie (Willems 2018). Het betreft de vraag hoe observatie werkt, hoe onze geest werkt en wie we zijn.


Een tweedimensionaal vlak dat tegelijkertijd wordt bevolkt door een veelheid aan (visuele) ideeën, creëert een figuurlijke polyfonie die onderzoekt hoe we omgaan met deze verschillen, zoals geïntroduceerd in de schilderijen van Neo Rauch en Markus Oehlen: Amorfe vormen of herkenbare hybriden bewegen vrij, zelfs anarchistisch tussen elkaar, talen, lagen en betekenissen in onze geconditioneerde geest wanneer deze wordt blootgesteld aan dit anders-zijn. Als een duik in het onbepaalde; observatie is in de periferie, de connotatie en in het verschil.


Meegaan en voorbijgaan aan het 'echte' (dat wat er is), maakt het mogelijk dat het figuurvlak op verschillende manieren wordt gekoloniseerd op nieuwe, ongemakkelijke en noodzakelijke manieren.


'Het Bevolken van een Figuurvlak'

door Ronald Boom,

DOGtime 4, 2020.



Referenties - Asbæk, Martin. “Markus Oehlen, Overview”, Martin Asbæk Gallery, https://martinasbaek.com/artists/markus-oehlen/ (accessed 25 May 2020). Habermas, Jürgen. - Heezen, Luuk. “Aflevering 42 – Robert Zandvliet,” Kunst is Lang, 16 Dec. 2016, https://www.luukheezen.nl/podcast-kunst-is-lang/tag/Robert+Zandvliet (accessed 25 May 2020). - Lyotard, Jean-François. Discourse, Figure. Minneapolis: the University of Minnesota Press, 2011. 516p. - Van den Boogerd, Dominic. “De Herbetovering van de wereld”, in Grote verleidingen. Amsterdam: Roma Publications, 2018. pp.83-89. - Willems, Gerrit. “Schilderen na de schilderkunst”, in De Meest Eigentijdse Schilderijen Tentoonstelling. Bussum: THOTH, 2018. pp9-17. - De nieuwe onoverzichtelijkheid en andere opstellen. Amsterdam: Boom publishers, 1989. 168p.

27 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page